Inquiry
Form loading...
Hoe u de zonne-laadcontroller instelt

Nieuws

Hoe u de zonne-laadcontroller instelt

09-05-2024

Het opzetten van eenlaadregelaar voor zonne-energie omvat doorgaans de volgende stappen:

zonnecontroller.jpg

1 Sluit het apparaat aan. Bereid eerst fotovoltaïsche panelen, controllers, batterijen, bijbehorende draden en laadapparatuur voor. Sluit de batterij aan volgens de positieve en negatieve polen, sluit vervolgens de controller aan op het zonnepaneel en sluit vervolgens de DC-belasting aan op de controller.


2 Instelling batterijtype. Op de controller bevinden zich meestal drie knoppen, die verantwoordelijk zijn voor de menu-, scroll-up- en scroll-down-functies. Klik eerst op de menuknop om van bedieningsfunctie te wisselen en klik continu totdat u naar de batterij-instellingen overschakelt. Houd de menutoets lang ingedrukt om de instellingen te openen en klik vervolgens op de toetsen omhoog en omlaag om de batterijmodus te wijzigen. Veel voorkomende batterijtypen zijn onder meer het afgedichte type  (B01), geltype  (B02), open type (B03), ijzer-lithium 4-snarige  (B04) en lithium-ion 3-snarige  (B06). Nadat u het overeenkomstige type batterij hebt geselecteerd, houdt u de menutoets ingedrukt om terug te keren.

12v 24v zonnecontroller.jpg

3 Laadparameterinstellingen. De laadparameterinstellingen omvatten de laadmodus, de laadspanning met constante spanning, de druppellaadspanning en de laadstroomlimiet. Afhankelijk van het controllermodel en het batterijtype selecteert u de oplaadmethode Maximum Power Point Tracking (MPPT) of Pulsbreedtemodulatie (PWM). De laadspanning met constante spanning wordt gewoonlijk ingesteld op ongeveer 1,1 maal de nominale spanning van de accu, en de float-laadspanning is ongeveer 1,05 maal de nominale spanning van de accu. De instelling van de laadstroomgrenswaarde is gebaseerd op de accucapaciteit en het zonnepaneelvermogen.


4 Afvoerparameterinstellingen. Ontladingsparameters omvatten uitschakelspanning bij lage spanning, herstelspanning en ontladingsstroomlimiet. De uitschakelspanning bij laagspanning is gewoonlijk ongeveer 0,9 keer de nominale spanning van de batterij, en de herstelspanning is ongeveer 1,0 keer.


5 Parameterinstellingen voor belastingregeling. De belastingcontroleparameters omvatten voornamelijk de openings- en sluitingsomstandigheden, en de belasting kan worden geregeld op basis van ingestelde tijd- of lichtintensiteitsparameters.

Zonne-laadregelaar 12v 24v .jpg

andere instellingen. Het kan ook overspanningsbeveiliging, onderspanningsbeveiliging, temperatuurcompensatie, enz. omvatten.

Houd er rekening mee dat u bij het aansluiten van de belasting, als de belasting te groot is, voorzichtig moet zijn met vonken die tijdens de bedrading worden gegenereerd. Dit is normaal. Bovendien hebben sommige controllers mogelijk demomodi en andere specifieke installatiemethoden, waarvoor u de gebruikershandleiding van de controller of de instructies van de fabrikant moet raadplegen.